Het leven in de gemeente, enkele honderden jaren geleden…
Meester Hans is druk aan het werk.
Hij is meester-wever.
Het weefgetouw staat in een kamer van zijn huis.
Hij heeft ook gezellen en leerjongens die hem bij het werk helpen en
ondertussen het vak...
More
Het leven in de gemeente, enkele honderden jaren geleden…
Meester Hans is druk aan het werk.
Hij is meester-wever.
Het weefgetouw staat in een kamer van zijn huis.
Hij heeft ook gezellen en leerjongens die hem bij het werk helpen en
ondertussen het vak komen leren.
Niet alle wevers mogen zich bezighouden met de opleiding van jonge
vaklui.
Daarvoor moeten ze een meesterproef hebben afgelegd.
Die is bijzonder zwaar.
Hugo is een jaar geleden bij meester Hans in de
leer gekomen.
Het is een buitenkans dat je als
jongen bij zo’n een goede meester belandt.
Hans is niet alleen een buitengewoon vakman,
hij is ook een goed mens.
Met eindeloos geduld
leert hij de jongen de geheimen van het vak.
Als ze enkele jaren met hem hebben samengewerkt, zullen ze hun
proeven moeten afleggen voor het bestuur van de gilde.
Dat is de vereniging waar alle mensen van hetzelfde vak deel van
uitmaken.
Je moet door het weversgilde worden aanvaard eer je het vak
van wever mag uitoefenen.
Ook de schilde
Less