Stam en infinitief
De infinitief is de vorm van het werkwoord die je in het woordenboek
vindt: lopen, spelen, hebben, zwemmen.
In het Nederlands eindigt die bijna
altijd op –en.
De stam van het werkwoord vorm je door het werkwoord in de volgende zin te...
More
Stam en infinitief
De infinitief is de vorm van het werkwoord die je in het woordenboek
vindt: lopen, spelen, hebben, zwemmen.
In het Nederlands eindigt die bijna
altijd op –en.
De stam van het werkwoord vorm je door het werkwoord in de volgende zin te
plaatsen: ik……………………….
.
nu.
Bijv.
Ik loop nu, ik speel nu, ik zwem nu.
Er is 1 uitzondering op het schema: Als het onderwerp in de zin “je” of “jij” is, en
als dat onderwerp achter de pv staat.
, dan valt de “t” weg.
Bijvoorbeeld: je lacht --> lach je MAAR je broer lacht --> lacht je broer?
Ook: als je een bevel geeft --> alleen de stam.
Kom hier, sta op, sluit het raam.
ik werk STAM
jij/je werkt STAM+t
hij/zij werkt STAM+t
u werkt stam+t
wij/we werken infinitief
jullie werken infinitief
zij/ze werken infinitief
Less