Woordpakket 7A
breedte
diepte
grootte
hoogte
sterkte
blaadje
eendje
feestje
glaasje
kastje
lichtje
paadje
tijdje
bekertje
dochtertje
eentje
kamertje
lepeltje
spiegeltje
verhaaltje
vogeltje
kringetje
slangetje
sprongetje
stangetje
1.
Zet de woorden in de...
More
Woordpakket 7A
breedte
diepte
grootte
hoogte
sterkte
blaadje
eendje
feestje
glaasje
kastje
lichtje
paadje
tijdje
bekertje
dochtertje
eentje
kamertje
lepeltje
spiegeltje
verhaaltje
vogeltje
kringetje
slangetje
sprongetje
stangetje
1.
Zet de woorden in de juiste kolom
Woorden met -tje (12) Woorden met –te (5)
2.
Verkleinen.
Vul het juiste verkleinwoord in.
Voorwerp Kleiner
Een stang een stangetje
Een glas een ………….
.
.
Een blad een ……………
Een licht een ……………
Een pad een ……………
Een kring een ……………
Een tijd een ……………
Een eend een ……………
Een kast een ……………
Een kamer een ……………
Een verhaal een ……………
Een beker een ……………
Less